Vanaf wanneer laat je je kind alleen buiten spelen?

Heel eerlijk gezegd is er geen eenduidig antwoord op die vraag. Het ligt namelijk helemaal aan je kind, aan je leefomgeving en in hoeverre je al afspraken kunt maken met je kind. Het ene kind heeft nu eenmaal wat langer begeleiding nodig dan het andere kind en als je aan een drukke straat woont is het natuurlijk ook weer anders dan wanneer je rustig buitenaf woont. Alleen buitenspelen in je eigen tuin is ook weer anders dan alleen buitenspelen ‘op straat’ of in je woonwijk. En is er veel water in de buurt? Dan is dat ook weer iets om rekening mee te houden.
Er zijn een aantal richtlijnen vanuit de Jeugdgezondheidszorg voor alleen buitenspelen. Maar het belangrijkste is en blijft: kijk naar je kind, je woonsituatie en gebruik je gezond verstand!

Richtlijnen alleen buitenspelen

• 0-4 jaar: niet alleen buiten laten spelen, toezicht houden. Peuters kunnen gevaren nog niet voldoende inschatten of overzien.
  
• 4-6 jaar: je kunt nu beginnen met het opbouwen van alleen buitenspelen wanneer je denkt dat het kind de verantwoordelijkheid aankan van zijn/haar veiligheid. 
• Vanaf 6 jaar: de meeste kinderen kunnen vanaf deze leeftijd alleen buitenspelen. Bijvoorbeeld alleen naar een vriendje in de buurt lopen/fietsen. Handig is om de eerste keer mee te gaan om te zien of je kind de route goed kent. Het allerbelangrijkste is dat je goede afspraken maakt met je kind.

Vind je het nog heel spannend maar voel je wel dat je kind eraan toe is om alleen buiten te spelen? Bouw het dan rustig op. Maak duidelijke afspraken, kijk van een afstandje mee (of vraag mensen uit de buurt mee op te letten) en maak de tijd van alleen buitenspelen steeds iets langer als het allemaal goed gaat. Inspiratie nodig? Check dan al onze buitenspeeltips.

Afspraken maken over alleen buitenspelen

Wat zijn nou afspraken die je maakt met je kind? Ik geef je een paar voorbeelden. De kunst is natuurlijk wel om je kind geen angst aan te jagen door deze afspraken achter elkaar op te sommen met een strenge vinger; ga vooral in gesprek met je kind en leg uit waarom deze afspraken belangrijk zijn, kijk of je kind zelf regels en afspraken kan mee bedenken en check of je kind alles begrijpt.

– niet alleen de straat oversteken
– blijf op de stoep
– blijf altijd samen met je vriendje/zusje/broertje en kom samen weer thuis
– blijf binnen de wijk of binnen een bepaald vooraf afgesproken gebied
– niet zomaar met vreemden meegaan
– niet zomaar bij mensen in de buurt aanbellen
– niet in andermans tuinen komen
– afspreken welke speeltoestellen je kind mag gebruiken
– bij een ‘noodsituatie’ (zoals wanneer je kind zich bezeert) spreek dan af dat een vriendje een volwassene waarschuwt en schrijf eventueel je telefoonnummer op een briefje dat je in een broek- of jaszak stopt

Oefenen en opbouwen

En heel belangrijk: blijf de afspraken herhalen. Telkens opnieuw. Gaat het allemaal goed? Wees dan vooral gul met complimenten! Dit sterkt je kind in zijn/haar zelfvertrouwen. En bouw de buitenspeeltijd steeds wat verder op. Eerst 10 minuten. Gaat dat goed? Dan 15 minuten, en zo verder. En remember: alleen buitenspelen is hartstikke goed voor de ontwikkeling van je kind!

Er zijn natuurlijk ook manieren om je kind op afstand toch in de gaten te kunnen houden. Zo bestaan er speciale kinderhorloges met een GPS-systeem erin zodat je altijd de locatie van je kind kan checken. Dit kan net voor dat stukje zekerheid van beide kanten zorgen waardoor alleen buitenspelen toch wel mogelijk is.

Wat is jullie ervaring met dit onderwerp? Laat het ons weten in een reactie!